Hoi, Ed en Chris hier. Wij zijn de oprichters van Monnik, een studio voor historisch-futuristisch onderzoek. In de Chrononauten delen we onze gedachten over ons ambacht en uiteraard over de wereld van gisteren, vandaag en morgen.
Lieve mensen, dit is onze laatste notitie van het jaar. Het wordt een korte reflectie op het afgelopen jaar.
Voordat we onze gedachten en inzichten over de wereld met jullie delen, eerst een kleine terugblik op ons werk. Hoe was 02024 voor onze historisch-futuristische praktijk? Korte antwoord: best goed. Inhoudelijk, creatief en zakelijk was het een prima jaar.
Studio Monnik bestaat nu 12 jaar. Maar pas sinds de laatste twee à drie jaar hebben we het gevoel dat we, als ambachtelijke praktijk, volwassen zijn geworden. Dat we, als denkers en makers, op vaste grond staan. We weten wat we doen en wat ons nog te doen staat. En we weten dat wat we aanbieden goed is – alsook best uniek.
Niets is leuker dan mensen totaal verwonderd achterlaten met de realisatie dat er historisch-futuristische studio’s bestaan (ook al is het er tot nu toe maar één). En dat die zinnig werk verrichten. Soms zit het geluk in de kleine dingen
En, eerlijk is eerlijk, het is ook best een opluchting om te merken dat wat we doen ertoe doet en dat het op strategisch niveau serieus genomen wordt – knock-on-wood. Want dat was, zacht gezegd, niet vanzelfsprekend toen we in 02012 begonnen aan onze reis.
‘Mam, pap, ik word historisch-futuroloog.’
‘COME AGIAN, BOY? Sacrebleu!!@@!’
Maar goed, in 12 jaar tijd kan er een heleboel gebeuren. De klimaat- en natuurcrisis zijn geen hypothetisch scenario’s meer. ‘Made in China’ staat niet meer synoniem voor troep. De Moderne wereldorde is niet the end of history. En kunstmatige intelligentie is opeens onder ons. Stuk voor stuk zijn dit epische veranderingen, in schaal en diepte.
Wat wij toen, in 02012, al vermoeden, daalt nu langzaam in: we maken het einde mee van een historisch tijdperk.
De instituties en rolpatronen van de Moderne Tijd voldoen niet meer. Maar nieuwe instituties zijn nog niet uitgekristalliseerd. We leven in een tijd van collectieve cultuurschok. Het is een sociale en maatschappelijke Tussentijd, een onbestemde periode tussen de cultuur van onze grootouders en die van onze kleinkinderen in.
Drijfveren van de Tussentijd
Afgelopen jaar leek het pas echt in dalen dat we in een andere wereld terecht zijn gekomen. Met name na de komst van Faber, Agema en trawanten en, uiteraard, de herverkiezing van Trump. In deze notitie daarom wat gedachten over de drijfveren van de transitie waarin we ons bevinden: de verschuiving van ons mens- en wereldbeeld en de Digitale Revolutie. En hoe deze hebben geleid tot de Fabers en Trumps van deze wereld.
De eerste drijfveer is wat abstract, maar het gaat hier om een tektonische verschuiving in de manier waarop we ons tot onszelf en tot elkaar verhouden. Het betreft de verschuiving in ons dominante mens- en wereldbeeld.
Gestaag maakt de Homo Economicus namelijk plaats voor de Homo Romanticus. Dit betekent niet dat de Homo Economicus in onszelf verdwijnt, maar dat het de invloed op ons denken en doen afstaat aan een nieuw en krachtig opkomend mens- en wereldbeeld.
Deze mens- en wereldbeelden bepalen onze waarden, motivaties en levensdoelen. En, als afgeleide hiervan, de criteria voor sociale status. Ze zijn dus van invloed op de manier waarop we organiseren, produceren en consumeren.
De Homo Romanticus is vernoemd naar de Romantiek, de kunstzinnige en intellectuele stroming die zich eind 18de en 19de eeuw sterk deed gelden in Europa. Maar de radicale ideeën die met de Romantiek hun intrede deden in onze collectieve denk- en gevoelswereld zijn nooit weggegaan. Sterker nog, om Hans Kennepohl te citeren: ‘We zijn nog nooit zo Romantisch geweest’.
De Romantiek introduceerde namelijk een radicaal nieuw mens- en wereldbeeld. Het plaatste de bron van alle waarheid niet in de objectieve buitenwereld, zoals de Homo Economicus dat deed, maar in de subjectieve binnenwereld. Dat wil zeggen: de wetenschap kon je vertellen hoe je dingen kon doen maar niet waarom je ze moest doen. Het antwoord op deze vraag kon je, volgens Romantici, alleen in jezelf vinden.
De Homo Romanticus legt ook veel nadruk op gevoelens en ervaringen. Het wil namelijk het liefst samenvallen met zichzelf, met de gemeenschap en, als het even kan, ook met de natuurlijke omgeving. Het wil behoren, het wil thuiskomen, in zichzelf en in de wereld. En het is dit verlangen dat nu wordt ge-turbo-charged, met alle culturele veranderingen in de wereld als gevolg.
Want de opkomst van de Homo Romanticus dwingt paradoxaal genoeg ook nieuwe instituties en rolpatronen af. Instituties en rolpatronen die passen bij de logica van de Homo Romanticus. Maar voordat die boven komen drijven, voelt de Homo Romanticus zich ontheemd. Nu zou iedereen cultuurschok ervaren in zo’n situatie, maar de Homo Romanticus is hier extra gevoelig voor.
Met de erosie van de oude Moderne instituties en rolpatronen ontstaat een cultureel vacuüm, een tijdelijke maatschappelijke onbestemdheid. Deze onbestemdheid zorgt voor gevoelens van ontheemding. Instituties en rolpatronen zorgen namelijk voor sociaal vertrouwen, voor sociale cohesie. Een gebrek hieraan kan een voedingsbodem zijn voor populisme – wat je zou kunnen zien als een gemeenschappelijke schreeuw om behoren.
In tijden waarin instituties en rolpatronen verschuiven is het uiteraard makkelijk om de institutionele ‘ander’ de schuld te geven van alle thuisloosheid. Denk aan de anti-trans- of anti-immigratieretoriek. En denk aan de politieke belofte van orde – want instituties geven orde. Of denk aan ‘vroeger was alles beter’ en ‘make America great again’; uitspraken die heimwee uiten naar een verloren gegaan maatschappelijk ‘normaal’.
We begeven ons dus in de transitie naar een wereld waarin de culturele logica van de Homo Romanticus leidend zal zijn. En waarin die van de Homo Economicus ondersteunend zal zijn. Dit gaat uiteraard niet over een nacht ijs.
Waar de Homo Romanticus bijvoorbeeld een doodhekel aan heeft is de bureaucratie. Deze institutionele borging van procesmatigheden is ontstaan in het Moderne tijdperk van het gedrukte woord en de Homo Economicus. Het vervult absoluut een nut. Maar in de ogen van de Homo Romanticus is de professionele bureaucratie een zielloos, monolithisch ding.
De logica van massaproductie, one size fits all, doet onrecht aan de unieke omstandigheid en persoonlijkheid van de Homo Romanticus.
De bureaucratie en het professionele werkethos sluiten slecht aan bij de Homo Romanticus, die zich meer thuis voelt in de ‘werkplaats’ en bij ‘meesterschap’. Maar de bureaucratie is er uiteraard niet voor niets, het is ontstaan om het geschreven woord integer te houden en om de persoonlijke willekeur van de feodale Homo Nobilis te neutraliseren.
En dit zorgt voor een bruggetje naar de tweede grote drijfveer van de Tussentijd: de Digitale Revolutie.
Zoals de opkomst van de Homo Economicus parallel liep aan de uitvinding van de boekdrukkunst, wat de massaproductie van het geschreven woord mogelijk maakte, zo loopt de opkomst van de Homo Romanticus parallel aan de uitvinding van de computer en het geactiveerde woord – het woord dat geen mens meer nodig heeft om werk te verzetten, denk hierbij aan AI en robotica.
Hiermee introduceert het geactiveerde woord dus ook de belofte van adaptieve productie en massa-maatwerk, de oplossing voor de unieke omstandigheid en persoonlijkheid van de Homo Romanticus.
De sociale en maatschappelijke instituties en rolpatronen van morgen zullen dus moeten aansluiten bij de logica van zowel de Digitale Revolutie als de Homo Romanticus.
Het sleutelbegrip hier is openbaarheid. De openbaarheid is namelijk een publieke ruimte waarin mensen niet alleen samenkomen, maar ook hun waarden uitlijnen, waardoor sociaal vertrouwen wordt ge(re)produceerd en legitimiteit kan worden gegeven aan sociale en maatschappelijke instituties – inclusief die voor publieke besluitvorming en uitvoering. In de digitale samenleving is de openbaarheid uiteraard het internet; de plek waar mensen samenkomen en zichzelf organiseren.
Als een openbaarheid goed functioneert brengt het mensen samen in een gemeenschap en legitimeert het publieke besluitvorming en uitvoering. Deze functies worden nu nog vervuld door de parlementaire en bureaucratische instituties van de staat.
Het probleem in de Tussentijd is tweeledig.
Ten eerste is een digitale openbaarheid slecht verenigbaar met bureaucratische logica. De logica van een digitale openbaarheid is die van een continue informatiestroom, bottom-up participatie en radicale transparantie. Een bureaucratie is gebouwd op de periodieke informatiestroom van de gedrukte media en heeft een top-down en gesloten karakter. En hetzelfde geldt voor de professionele politiek van de parlementaire democratie.
Deze Moderne instituties (de bureaucratie en het parlement) en de rolpatronen waarop ze draaien (het professionele werkethos) zijn niet meer verenigbaar met de verwachtingen van noch de Homo Romanticus noch de digitale mens. De discrepantie tussen digitale openbaarheid en bureaucratische besluit- en uitvoering creëert een gebrek aan vertrouwen, en dat is uiteraard voer voor de populist.
Ten tweede functioneert het internet niet als gezonde openbaarheid. Dit komt omdat het niet wordt gereguleerd als openbaarheid, maar als markt, waardoor het gebruikers insluit in walled gardens en aanspreekt als consument, in plaats van als burger. Op het hedendaagse internet is de integriteit van informatie ondergeschikt aan commerciële belangen. Zo ontstaan allerlei zogenaamde bergcultuurtjes.
We hebben al vaker over de dynamiek van bergcultuurtjes geschreven. Samenvattend is hun belangrijkste culturele eigenschap dat ze anti-normerend zijn. Ze verzetten zich tegen de normen van ‘de vallei’, van de mainstream, van de normies. Ze zijn barbaric by design.
Deze bergcultuurtjes zijn ontvankelijk voor politici die zich barbaars, wild en anti-normerend opstellen, die in hun doen en laten breken met bestaande normen en waarden en in alles een reset symboliseren – een breuk met het oude normaal. En zeg nou zelf, Trump (vertrappelen) en WILDers hebben hun naam hier al mee…
Als we erachter komen dat het internet geen markt is maar een openbaarheid en het ook als zodanig gaan reguleren, zal het de Homo Romanticus een platform bieden om thuis te komen bij zichzelf en bij anderen. En het zal het digitale fundament kunnen vormen voor de instituties en rolpatronen van de digitale samenleving.
Als dat gebeurt zal de Tussentijd plaatsmaken voor een nieuw Romantisch Digitaal Tijdperk, door ons ook wel liefkozend de Gewortelde Tijd genoemd.
Fijne en liefdevolle decemberdagen gewenst en tot volgend jaar!
❤️
Edwin en Christiaan
PS: Mocht je willen weten hoe zo’n gezonde digitale openbaarheid zou kunnen werken, zoek dan eens op Universal Data Commons in onze blog.